ensemble | musici | HIPhips | keuzes | concerten | dank aan | contact | WINKEL

NL | EN
42

De flauto d'amore


Toen rond 1710 de oboe d'amore uitgevonden werd, was het instrument vanwege zijn speciale klankkleur vrijwel onmiddellijk geliefd. De toonaangevende componisten uit die tijd, Telemann, Heinichen, Fasch, Stölzel, Graupner, en J.S. Bach (door wiens muziek men tegenwoordig de oboe d'amore vooral kent) schreven vanaf ongeveer 1715 een enorme omvang aan repertoire voor dit instrument. Bijzonder geliefd was de combinatie oboe d'amore en flauto traverso.
Het succes van de oboe d'amore was blaasinstrumentenbouwer J. Chr. Denner niet ontgaan.
Hij vond daarop een flauto traverso uit die evenals de oboe d'amore een terts lager klonk en een donkere, omfloerste toon had. Het instrument kreeg de naam Flauto d'Amour. Musici probeerden het instrument meteen uit, de eerste overgeleverde muziek voor 'Flute Amour' staat op naam van Stölzel (1720), die in een aantal cantates de zachte klank van het instrument benut.
Bij Graupner is het repertoire voor flauto d'amore rond 1730 te plaatsen. In een cantatejaargang uit 1730 zet hij het instrument veelvuldig in, meestal in combinatie met oboe d'amore.
Verder schrijft hij in datzelfde jaar nog 5 ouverturen en 2 concerti voor flauto d'amore. Het concerto in G, dat vandaag op het programma staat, heeft de bij Graupner veel voorkomende combinatie flauto d'amore, oboe d'amore en viola d'amore. Dit lieflijk 'concertino' wordt ondersteund door een fagot. Waarschijnlijk werd door dezelfde musici het tegenwoordig veel bekendere, door Telemann geschreven concerto in E voor flauto traverso, oboe d'amore en viola d'amore uitgevoerd (door De Swaen uitgevoerd in het mei 2004), Graupners copie van Telemanns partituur ligt nog steeds in de Universitäts- und Landesbibliothek te Darmstadt.
Telemann schrijft in zijn concerto in E 'flauto traverso' voor, niet 'flauto d'amore'. Waarschijnlijk was voor hem de flauto d'amore al op z'n retour. Quantz schrijft in 1752: 'Ausser der gewöhnliche Flöte Traversiere hat man noch unterschiedene andere, wiewohl nicht so gewöhnliche, entweder größere oder kleinere Arten von Flöten. Es giebt tiefe Quartflöten; Flöten d'Amour; kleine Quartflöten, und so weiter. (.....) Unter diesen sind die Flöten d'Amour noch die besten. Alle aber kommen sie zur Zeit der ordentlichen Flöte Traversiere, an Reinigkeit und Schönheit, nicht bey.'
Het instrument heeft nooit dezelfde populariteit gekend als de oboe d'amore, en werd slechts toegepast door componisten die de charme van het instrument inzagen. In Darmstadt is er volgens een inventarisatielijst uit 1769, waarop de instrumenten van het hoforkest vermeld staan, nog een flauto d'amore voorhanden. Maar uiteindelijk raakte het instrument in de vergetelheid, net als de composities voor het instrument.
Vandaag kunt u dit lang vergeten instrument weer horen. Veel dank ben ik verschuldigd aan Frau Daniela Stein-Lorentz, die mij in Darmstadt op het repertoire voor dit instrument gewezen heeft, en aan Jan Willem Briët, die De Swaen voor dit programma zijn in 2007 gebouwde flauto d'amore in bruikleen gaf.

Arwen Bouw

mei 2008

meer over instrumenten

terug naar programmatoelichtingen

wit